Woensdag 29 juni 2011 – ATRA kuur zit erop

Mijn twee weken ATRA zijn achter de rug. Als ik het even mag zeggen: ik ben blij toe. De afgelopen dagen heb ik geen paracetamol meer hoeven slikken en daar was ik blij om. Ook omdat al mijn doosjes leeg waren, dus. Gistermiddag had ik wel wat vage hoofdpijn, maar niet dusdanig dat ik er iets voor wilde innemen. Maar nadat ik ’s avonds mijn laatste dosis ATRA had genomen, kwam die enorme hoofdpijn ineens weer opzetten. Waarschijnlijk doordat ik al hoofdpijn hád. Ik lag al in mijn bed toen ik die hoofdpijn kreeg en in eerste instantie wilde ik het niet geloven. Dit ga je niet menen…het waren mijn láátste vier capsules, het zou klaar moeten zijn! Maar daar heeft ATRA geen boodschap aan hoor, dat het mijn laatste dosis was. Wederom deed mijn hele hoofd pijn; links, rechts, voor, achter. Ik kon alleen nog maar rechtop zitten en dus echt niet slapen. Goed, op zoek naar paracetamol. Ik kon me herinneren dat ik het laatst overal in heb gestopt: tassen, jassen, etc. Voor het geval dat, en voor momenten zoals deze. Zodoende zat ik vlak voor middernacht naar het zogenaamde “noodweer” te kijken (wat hier gewoon onweer en regen was) en ondertussen te wachten totdat de pijnstilling ging werken.
Volgende week, als ik weer op de poli ben, ga ik toch maar aankaarten of ik voor de volgende kuur misschien sterkere pijnstilling kan krijgen. Paracetamol is ook maar paracetamol, en dat is eigenlijk niks.

Vanavond begin ik weer met de mercaptopurine, dus ik ben gisterochtend naar het LUMC gereden om mijn bestelling af te halen. Bij de apotheek aangekomen trok ik een nummertje, maar ik was gelijk al aan de beurt. “Oh, jij komt je spullen halen?” vroeg ze, terwijl ze al een la opentrok en mijn medicatie eruit viste. “Alsjeblieft. Zal ik alles in een tasje doen?” Alsof ik bij de supermarkt stond. Ze vroeg zelfs: “is dit het allemaal, of had je nog meer nodig?” oftewel: “anders nog iets?” 
Ik was binnen twee minuten weer weg. En daar rijd je dan in totaal anderhalf uur voor (heen en terug). Maar goed, het zal maar belangrijk zijn. En dat doe ik elke twee weken, shoppen bij de apotheek.

De logopediste vroeg me gisteren of de KNO-arts het met mij had gehad over eventuele alternatieve maatregelen. Botox, botox, botox, schoot het door mijn hoofd. “Eh ja, botox.” Ze knikte en zei toen dat ze laatst van een KNO-arts uit Maastricht had gehoord dat er ook een andere methode is. “Dan halen ze een beetje vetweefsel weg ergens uit je lichaam -kies jij maar een plek uit waarvan je denkt…nou, hier ofzo- en dat lichaamseigen weefsel injecteren ze dan in je stembanden.” Ik moest moeite doen om mijn gezicht in de plooi te houden. Plastische chirurgie. Liposuctie om mijn stembanden mee op te vullen.   
Maar wacht, geeft ze het nu al op? “Ehm…denk je dat het met logopedie niet gaat lukken dan?” vroeg ik. Ze zuchtte diep en zei met getuite lippen: “juwul, juwul, dat dénk ik wel…” Maar heel overtuigend vond ik het niet. Toch heb ik er wel vertrouwen in, dus ik ga er nog steeds van uit dat het met logopedie goed moet komen. Zo lang ben ik nog niet bezig en het is toch het proberen waard.
Mijn logopediste gaat binnenkort naar een landelijk congres, waar alle KNO-artsen, foniaters en alle andere stemspecialisten naar toe gaan, en dan gaat ze eens even informeren, zei ze. Daardoor kreeg ik een beetje het idee dat zij ook niet precies weet wat ze met mijn stemproblemen aan moet, maar misschien valt dat mee. En wellicht komt ze nog op goede ideeën. Ben benieuwd.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *