Zondag 10 juli 2011 – Studiegepieker

Oké goed, ik heb een dip vandaag. Ik wilde het niet schrijven, maar doe het toch. Een paar dagen geleden dacht ik dat het helemaal gedaan was met de minder goede momenten, de dips, de neerslachtige buien. Ik heb ze bijna niet namelijk. Maar blijkbaar kunnen ze er toch zomaar weer ineens zijn.
Het vervelende is dat ik niet weet waar zo’n neerslachtig gevoel vandaan komt, waardoor het wordt veroorzaakt en nog belangrijker: wanneer het weer weggaat. Vaak duurt het maar kort, een dag ofzo. Maar het is toch heel vervelend. Ik snap het nooit zo goed: de dag ervoor zag ik alles nog heel positief en vond ik alles leuk, had ik overal zin in. En dan is dat ineens volledig veranderd. Dan twijfel ik aan en over alles, waar ik gek van word.

Vooral mijn studie baart me soms zorgen, terwijl ik eigenlijk alweer zoveel doe. Voor mij voelt dat natuurlijk niet echt zo. Ik heb een aangepast studieplan, waarin de logica soms ver te zoeken is. Doordat ik alles door elkaar doe en daardoor anders dan alle andere studenten, ontbreken voor mij alle vormen van houvast. Ik weet niet eens waar ik thuishoor: ik begin in september in het vierde jaar, maar halverwege ga ik stages doen van het derde jaar, en ik moet ook nog een paar korte stages van het tweede jaar inhalen. Tja, wat ben je dan? Ik voel me niet meer dan derdejaars, terwijl mijn jaargenoten toch echt vierdejaars zijn. Dat is best pijnlijk en moeilijk te accepteren. Ik wil net als alle anderen mijn stages ook gewoon fulltime kunnen lopen en geen last hebben van de gevolgen van mijn behandeling. En bovenal wilde ik graag afstuderen volgens de planning, wat niet gaat lukken. Onuitstaanbaar. Dat ik er langer over ga doen, interesseert me niet zoveel, maar wel dat ik straks al mijn jaargenoten -inclusief vriendinnen- kan uitzwaaien. Ik kijk daar niet naar uit.

Ik ben slechts een half jaar uit de running geweest. Een half jaar, waarin ik meer heb meegemaakt dan in de eenentwintig jaar ervoor. En toch begon ik na zes maanden, met een pruik op mijn hoofd, weer met mijn studie. Toen overheerste het tevreden gevoel nog van ‘weer terug zijn’, maar nu blijken de gevolgen toch behoorlijk groot. Het is moeilijk om dan dat tevreden gevoel weer terug te krijgen.
En wat ik aan de lopende band te horen krijg, is dit: “Ah joh, al doe je er vijf jaar langer over! Dat is toch niet belangrijk?!” Nee, voor anderen niet. Maar het zal maar over je eigen leven gaan. Misschien helpt het als ik uitleg wat ik er voor over heb gehad om Verloskunde te studeren. Ik was namelijk niet zo’n geluksvogel dat ik in één keer werd toegelaten.

Nadat ik op de middelbare school eindexamen had gedaan, volgde ik in mijn zomervakantie een intensieve, zesweekse scheikundecursus aan het James Boswell Instituut – Universiteit Utrecht. Anders mocht ik niet meedoen aan de selectieprocedure van de Verloskunde Academie. Ik haalde mijn diploma van scheikunde, maar werd uitgeloot voor de studie. Ik besloot dat ik als alternatief wel Verloskunde in België wilde gaan studeren, omdat daar geen loting werd gehanteerd. Echter, voor de opleiding dáár werd een vwo-vooropleiding vereist en ik had havo. Een HBO-propedeuse werd ook geaccepteerd. Zodoende ben ik een jaar Pedagogiek gaan studeren in Amsterdam, en behaalde mijn propedeuse. Aan het einde van dat studiejaar deed ik voor de tweede keer mee aan de selectieprocedure voor de Verloskunde Academie Amsterdam. Ik werd wederom niet toegelaten, en dat betekende dat ik naar België zou verhuizen. Op mijn achttiende en met heel veel heimwee. Het werd emotioneel een zwaar jaar, waarin ik me helemaal het schompes heb gestudeerd. Het niveau van de opleiding lag hoog en de docenten waren enorm streng, maar ik leerde er zo veel! Hoewel ik mijn jaar goed afgesloten had en mijn propedeuse behaald, besloot ik nog één keer de gok te wagen. Mijn hoop was al vervlogen, maar ik deed toch nog een keer mee aan de selectieprocedure voor de opleiding in Amsterdam. Ik wilde namelijk nog altijd liever het Nederlandse diploma halen en gewoon hier wonen. Tot mijn verbazing werd ik toegelaten. Dolblij was ik, zelfs nu dat betekende dat ik in Amsterdam weer in het eerste jaar moest beginnen. Wat ik in België aan kennis had opgedaan, zou niemand me meer afnemen.

Halverwege mijn tweede jaar in Amsterdam werd ik dus ziek, terwijl alles net op rolletjes liep. Misschien begrijpelijk dat het dan voor mij moeilijk te accepteren is dat mijn studieplanning er nu volkomen anders uitziet. En nee, het is niet erg om er wat langer over te doen (hoewel: écht geen vijf jaar!!), maar als ik straks al mijn jaargenoten (waarvan veel wel het geluk hadden in één keer te zijn toegelaten) mag uitzwaaien…dan doet dat toch best wel een behoorlijk beetje pijn hoor.

Zo, nou, deze dip gaat ook wel weer over. Komt wel weer goed.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *