Zondag 6 mei 2012 – Weekje Italië

Ik zie de datum van mijn vorige blog en denk: huh, zo lang geleden alweer? Dat komt omdat ik tussendoor nog een weekje heerlijk op vakantie ben geweest. We zijn met een redelijk grote groep familieleden naar Italië getrokken. We hebben dat eigenlijk nooit eerder op deze manier gedaan; het leek wel een soort familieweekend. Maar dat was het niet, want dan zou de groep vele malen groter zijn geweest. Maar gezellig was het wél, en daar gaat het om.
Ik vloog een week eerder terug dan de rest (zij bleven twee weken), omdat ik op Koninginnedag een dagdienst had in het Lucas Andreas Ziekenhuis. En dinsdag en vrijdag ook trouwens. Dus meer dan een weekje vakantie zat er voor mij niet in, maar ik vond het al heel fijn om die ene week mee te gaan.

Op de heenreis reed ik met mijn ouders en Paul mee in de auto. Aangezien we in Duitsland reden, dacht mijn vader waarschijnlijk: ‘Ik trap ‘m ff op z’n staart.’ Nou, dat ging een tijdje goed, totdat ik hem opeens hoorde zeggen: “Oh shit…”
“Wat is er pap?” vroeg Paul.
“Politie.”
En toen wij met z’n drieën: “Oh shit.”
Paul zag zijn kans om hem eindelijk even de les te lezen. “Nou pap, het is je eigen schuld hoor, ik zei al de hele tijd dat je te hard reed.”
Eventjes leek het erop dat de politieauto achter ons geen actie zou ondernemen, maar op een gegeven moment kwam hij voor ons rijden en zagen we het bordje ‘Bitte folgen” branden.
“Nou pap, succes hè. Zet ‘m op!”

We werden van de snelweg afgeleid en er kwamen twee politieagenten uit de auto lopen. Mijn vader deed zijn raampje open en begroette ze vrolijk met: “Guten Morgen!”
Eén van de agenten begon een heel verhaal over dat ze een snelheidscontrole hadden uitgevoerd, waaruit bleek dat mijn vader 149 km/uur had gereden waar hij maar 120 km/uur mocht.
“Ja eh… schade,” antwoordde mijn vader.
Die agent lachen. “Ja, das ist schade. 90 Euro.”
Mijn vader moest even meelopen naar de politieauto. Wij hadden geen idee waarom, maar waarschijnlijk voor gegevenscontrole, papierwerk en het betalen van de boete.
Het duurde maar en het duurde maar, want die agent ging alles met de hand uitschrijven. Mijn moeder grapte dat deze situatie ‘waarschijnlijk zo had moeten zijn’, omdat we anders verderop misschien een heel ernstig ongeluk hadden gekregen.
“Ja dat denk ik ook,” zei ik, “dus eigenlijk mogen we pap wel dankbaar zijn.”
“Ja inderdaad.”
“We zouden hem eigenlijk even een complimentje moeten geven als hij zometeen terugkomt.”
Eén van de agenten stapte uit om iets achteruit de auto te gaan halen.
“Wat gaat ‘ie doen?” vroeg Paul nieuwsgierig.
Mijn moeder en ik hadden er ondertussen de grootste lol om, dus ik zei: “Tja, wat denk je, handboeien pakken natuurlijk.”
Maar Paul zag op dat moment iets wat hij vééél interessanter vond. “Ohh, hij heeft een pistool! Vetttt! Mag hij daar ook mee schieten?!”
Uiteindelijk kwam mijn vader -negentig eurootjes lichter- terug, waarna we onze rit naar Italië konden vervolgen.

Tijdens de vakantie hebben we veel leuke stadjes bezocht. Ik wilde ook heel graag nog een keertje naar Venetië. Dat is zo’n mooie stad en oké, ook heel toeristisch, maar zo leuk. De rest van de groep had er niet zoveel zin in als ik, sommigen hadden andere plannen. Uiteindelijk wilden mijn vader, oom en tante ook wel mee, dus zijn we met z’n vieren een dagje naar Venetië geweest. Het was echt geweldig. Lekker de hele dag door de stad slenteren, bruggetje hier, bruggetje daar, winkeltjes in, winkeltjes uit, terrasje zus, terrasje zo. ’s Middags hebben we op een plein midden in Venetië geluncht, wat heel leuk was.
Drie jaar geleden was ik daar voor het eerst, in Venetië. Dat was 8 maanden voordat ik ziek werd. Alleen daarom al was het wel bijzonder om daar nu weer rond te lopen, met in mijn achterhoofd alles wat er in de afgelopen twee jaar is gebeurd. Het is zo’n raar idee dat er toen niets aan de hand was en nu drie jaar later ook niet, maar dat ik in de tussentijd toch bijna dood was.
Ik heb er in ieder geval een topdag gehad. Voor iedereen die er nog nooit is geweest, je moet Venetië echt een keertje bezoeken.

Op zondag 29 april vloog ik terug naar huis, om de volgende dag weer te beginnen met mijn stage in het Lucas Andreas. Hoewel ik van de feestdag totaal niets heb meegekregen, heb ik wel een Koninginnedagbaby op de wereld geholpen. En dat is ook leuk!
Het was ook echt een leuke bevalling. De vrouw in kwestie had een ruggenprik gekregen, dus ze was heel goed aanspreekbaar en we hebben zelfs op het laatst nog gezellig gekletst. Ik vind dat altijd wel een gekke gewaarwording; iemand die totaal geen pijn voelt en dan ineens volledige ontsluiting heeft. Normaal gesproken merk je al aan iemands gedrag dat ze weleens volledige ontsluiting zou kunnen hebben, maar bij iemand die een ruggenprik heeft gehad is dat heel anders.
Uiteindelijk bleek het kindje met het hoofd helaas niet zo gunstig te liggen (sterrenkijkertje), dus kwam de gynaecoloog ook maar even meebeoordelen. Die maakte er al snel een vacuümverlossing van, wat wel voor de hand lag. Gelukkig zag hij dat ik al met steriele handschoenen aan klaarstond om het kind aan te pakken, dus hij heeft alleen het hoofd geboren laten worden met de vacuümcup en toen kon ik de rest van het kind aanpakken. Dat is natuurlijk het leukste moment van de hele bevalling.
Naderhand was ik het kind aan het nakijken, en toen zei de vrouw tegen mij: “Oh en trouwens, ik vind je oorbellen heel erg leuk!” Ik moest er wel om lachen eigenlijk. Iemand zónder ruggenprik zou mijn oorbellen never nooit hebben opgemerkt…

Ik moet zeggen dat het wel een beetje ongezellig was, zo in je eentje thuiskomen van vakantie en wetende dat de rest nog lekker in Italië zit. Op een gegeven moment belde ik mijn vader op en dat gesprek ging ongeveer zo:
“Hoi!” zei ik. “Hoe is het daar?”
“Alles goed hier.”
“Oké… nog steeds mooi weer?”
“Ja zeker,” antwoordde hij.
Het bleef een beetje stil aan de andere kant van de lijn.
“Nou, jij bent ook niet echt spraakzaam vandaag hè?” zei ik.
“Ja nou ja, ik vroeg me eigenlijk af waarom je belt.”
Hij vraagt zich af waarom ik bel.
“Nou gewoon, ik dacht, ik bel eventjes gezellig.”
“Oh oké, ja, nou, eh… leuk!”
“Goed, geef mam maar aan de telefoon.”
Het was wel duidelijk dat hij me ont-zet-tend miste hoor.

Woensdagavond heb ik bij mijn zus voetbal (Eredivisie) gekeken. Ja, je gaat gekke dingen doen als je je verveelt. Nee hoor, grapje, het was zelfs mijn idee. Ik wilde de wedstrijd Ajax-VVV Venlo wel graag zien. Toen ik dat smste naar Juliëtte, stuurde ze terug: jij en voetbal kijken… dan moeten we naar de kroeg. Haha.
Maar het punt is gewoon dat ze me niet zo goed kent als ze denkt. Ik vind voetbal namelijk wel leuk als het belangrijke wedstrijden zijn.
Maar goed, hoe het ook zij, we hebben zes euro betaald (nou oké, Juliëtte heeft zes euro betaald) om de wedstrijd op tv te kunnen zien, omdat het niet op een ‘normale’ zender werd uitgezonden. En het was een hele gezellige avond.
Naderhand besloot ik mijn vader even te sms’en over het feit dat Ajax kampioen was geworden. Ik weet hoe vreselijk ze het in Italië vonden dat ze geen voetbal konden kijken, dus ik dacht, ik laat even subtiel weten dat wij hier lekker wél de wedstrijd hebben gekeken. Zo gemeen ben ik dan ook wel weer, maar ja, dan had hij maar niet moeten vragen ‘waarom ik eigenlijk belde’…
Bovendien wilde ik dit unicum wel graag even delen. Wij, twee vrouwen, hebben de wedstrijd wél gezien. Puur vrijwillig en we hebben er nog voor betaald ook. Zo.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

1 reactie op Zondag 6 mei 2012 – Weekje Italië

  1. Henriette schreef:

    Haha! Leuke verhalen weer…
    Ik kijk al uit naar je volgende boek!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *