Woensdag 16 januari 2013 – Zoals het was

Voordat ik ziek werd ging ik eigenlijk altijd met het openbaar vervoer naar mijn opleiding. Op de fiets naar station Heemstede, met de trein naar Amsterdam Sloterdijk, daar pakte ik de metro en tot slot de tram die praktisch voor de deur van de opleiding stopte. Ik reisde vaak samen met Dana, we kwamen elkaar tegen op Sloterdijk. Altijd gezellig hutjemutje in de metro… Zoiets als ‘het past er niet in’ kennen ze niet in Amsterdam. Vandaar dat ik daar altijd met mijn wang tegen het raam geplakt stond.
Na mijn ziekte ben ik nooit meer met het openbaar vervoer naar de opleiding gegaan. In het begin waren het fietsen en het vele overstappen te vermoeiend en zou ik al uitgeput zijn bij aankomst. Inmiddels heb ik geen OV-kaart meer en ook geen studiefinanciering, omdat ik al te lang aan het studeren ben…
Wat fijn toch dat ik mijn geliefde Pandaatje heb.

Afgelopen maandag was ik sinds geruime tijd weer eens op de opleiding. Ik hing mijn jas op en liep naar mijn postvakje. Op dat moment realiseerde ik me hoe weinig ik nog op de opleiding ben. Ik weet niet eens waar mijn postvakje zit…
Uiteindelijk vind ik mijn naam tussen alle andere -inmiddels 4e jaars- studenten, maar mijn postvak is leeg. Door de gang lopen verschillende studenten en ik ken ze allemaal niet. De enige mensen die ik nog ken, zijn de docenten. En natuurlijk de vierdejaars studenten, omdat ik nu met hen aan een project werk. Maar derde- en vierdejaars studenten (zoals ik) zijn voornamelijk op stage. Eerste- en tweedejaars zijn bijna altijd op school, volop lessen aan het volgen en toetsen aan het afleggen.

Ik moest ineens terugdenken aan mijn eerste jaar. Zo blij als ik was dat ik eindelijk in Amsterdam was toegelaten. Nadat ik een jaar in België verloskunde had gestudeerd was ik in de zevende hemel toen ik aan de studie in Amsterdam mocht beginnen. Waar mijn klasgenoten baalden van het feit dat ze geen sociaal leven meer hadden en dat al hun vrije tijd op ging aan de opleiding, was ik helemaal gelukkig.
Ik ben nog steeds heel blij dat ik na drie keer meeloten eindelijk ben toegelaten. Het is voor mij nooit vanzelfsprekend geweest, in tegenstelling tot voor veel jaargenoten die wel in één keer geluk hadden. En dat is het voordeel van als je ergens je best voor moet doen, je waardeert alles veel meer.
Ik herinner me de introductieweek nog, toen ik met een groepje meiden stond te spraten en één van hen verbaasd vroeg: “Huh, moet je ’s nachts ook bevallingen doen? Maar wanneer moet je dan slapen?!” We konden allemaal niet begrijpen dat zij toegelaten was… Na een week was ze gestopt, maar haar uitspraak gaat nog steeds rond.
In mijn eerste jaar heb ik samen met mijn studievriendinnen eens meegeholpen op de opendag (avond, eigenlijk). We stonden samen in het skillslab (vaardigheidslokaal) om iedereen dingen uit te leggen en ze te laten oefenen met verloskundige vaardigheden. Hartstikke leuk was dat. En heel gezellig.
Onze eigen groep was vrij hecht. In het eerste- en tweede studiejaar werk je zo intensief met elkaar samen en speelt een groot deel van je leven zich af op de opleiding. De nodige frustraties werden afgewisseld met veel gezelligheid. Achteraf gezien is het echt wel een fijne tijd geweest. De enorme drukte van toen mis ik niet, maar de gezelligheid wel…

Toen ik maandag op de opleiding was besefte ik: het is allemaal over. De opleiding zoals het voor mijn ziekte was, is nooit meer op die manier teruggekomen. Ik merkte het al toen ik na mijn revalidatie terugkeerde op school. Er was iets gebeurd tussen dat tweede- en derde studiejaar… een bepaalde overgang waardoor alle structuur was veranderd.
Nu realiseer ik me dat ik die overgang gemist heb en dat, hoewel ik gewoon doorgegaan ben, mijn leven op een of andere manier een paar jaar heeft stilgestaan. Ik zou niet meer terug willen naar drie jaar geleden, kijk eerder uit naar het moment van afstuderen. Maar misschien dat ik daarom nog weleens terugdenk aan die periode. De fijne tijd voordat ik ziek werd, toen al mijn medestudenten er nog waren, we kletsten bij de koffieautomaat, en ik nog wist waar mijn postvakje zat.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *