Zaterdag 20 juli 2013 – Piketkamer

Het is zaterdagavond, ik heb geen plannen en er is niks leuks op televisie. Ik heb de hele middag en het begin van de avond gespendeerd aan het schrijven van mijn portfolio. Ik moet deze half augustus inleveren en er gaat altijd zo veel tijd in zitten… Hij is nog lang niet af. In mijn portfolio beschrijf ik aan de hand van alle vereiste competenties mijn ontwikkeling als toekomstig verloskundige, en daarbij moet alles vergezeld zijn van bewijslast (beoordelingen, evaluaties, cijfers, feedback, …). Het portfolio is zo’n beetje het belangrijkste document van de opleiding en ik moet er jaarlijks twee inleveren. Afijn, ik ben er lekker druk mee.

Ondertussen loop ik ook alweer twee weken stage bij een verloskundigenpraktijk in Zaandam. Deze praktijk is gevestigd in het Zaans Medisch Centrum. Afgelopen week had ik nachtdiensten (van 18:00 – 09:00 uur) en sliep ik in het ziekenhuis. Ik mocht daar gebruik maken van een piketkamer, ergens op de afdeling Cardiologie.
Met een koffer en een maaltijdsalade kwam ik vorige week zondag om 18:00 uur aan bij de piketkamer. Deze bevindt zich in een gang met nog meer kamers.
De avond heb ik doorgebracht met tv kijken en geblader in tijdschriften. Je kan verder geen kant uit als je op zo’n kamertje zit. Maar het is prima hoor, net een hotelkamer, maar dan in het ziekenhuis.
Ik wilde op tijd gaan slapen, want je weet maar nooit hoe de nacht eruit gaat zien… Maar uiteindelijk heb ik nauwelijks een oog dicht gedaan. En dat had niks met bevallingen te maken, want die waren er niet. Had ik dat maar van tevoren geweten. Je slaapt al niet zo rustig als je dienst hebt, want je bent telkens bang dat de telefoon gaat. Maar goed, die nacht ging hij niet.
Om 22:45 uur ging mijn overbuurman (een coassistent of arts, neem ik aan) ook naar zijn kamer, recht tegenover die van mij. Met een harde klap knalde de deur dicht. Nou ja, ik sliep toch nog niet. Drie kwartier later, om 23:30 uur, schrok ik wakker omdat zijn deur weer met een flinke dreun in het slot viel. Ik hoorde hem door de gang lopen. Kennelijk was hij opgepiept en moest hij aan de bak. Het koelkastje op mijn kamer maakte lawaai, op de verdieping boven mij werd er druk geschoven met stoelen en alsof dat nog niet genoeg was, leek er steeds ergens een afzuigsysteem te gaan loeien. Ik weet niet wát het precies was, maar het was genoeg om mij wakker te houden. Ik werd er zenuwachtig van, straks gaat die telefoon en heb ik nog geen oog dichtgedaan!
Uiteindelijk heb ik honderd keer op mijn telefoon gekeken en heb ik het 01:00, 02:00, 03:00 uur zien worden… Totdat ik om 07:30 uur weer de deur van mijn overbuurdokter hoorde dichtknallen. Ik heb dus toch nog een paar uurtjes geslapen.
De rest van de week heb ik beter geslapen, maar geen bevallingen gehad. Als ik ’s ochtends de sleutel weer inleverde bij de receptie, vroegen ze: “En, hard gewerkt vannacht?” Dan voel je je wel een beetje schuldig.

Het is wel heerlijk om ’s ochtends vroeg het ziekenhuis uit te lopen, de warmte en de zon tegemoet. En vervolgens aansluiten in de file… dat dan weer wel. Toen ik afgelopen donderdag van het ziekenhuis naar huis reed had ik bijna een aanrijding. Ik stond op de rechterbaan voor de Coentunnel min of meer stil omdat er van rechts allemaal invoegend verkeer bijkwam. Links reed het lekker door. Toen ik de mogelijkheid zag, dacht ik hoppa, ik neem de linkerbaan. En toen ik daar reed, bedacht de (kleine) vrachtwagen voor mij kennelijk ook dat hij naar links wilde. Maar hij heeft ongetwijfeld niet in zijn spiegels gekeken, want hij ging gewoon terwijl ik daar reed. Totaal verbijsterd over zijn actie, week ik uit naar links en remde ik wat af. Ik verwachtte dat hij me wel zou zien en terug naar rechts zou gaan, maar dat gebeurde niet. Hij sneed me finaal af, waardoor ik klem leek komen te zitten tussen zijn vrachtwagen en de betonnen vangrail. Nu gaat mijn auto eraan, dacht ik, hij ziet me niet. In een fractie van een seconde trapte ik bovenop mijn rem en stond ik stil, op een millimeter afstand van de vangrail. Ik kon nergens anders meer heen. Tot mijn grote verbazing schoof de vrachtwagen op een al net zo kleine afstand van mijn rechter voorkant zo voor mij langs. ‘Heeft hij me niet geraakt?!’ was het eerste dat door me heen schoot. Hoe was het mogelijk! Ik had geen seconde later op de rem moeten trappen… Toen ik me realiseerde dat mijn auto nog helemaal heel was, heb ik bovenop mijn toeter gehangen. Dat doe ik nooit, maar ik was me rot geschrokken door die vent in zijn vrachtwagen.
Eenmaal thuis heb ik dankbaar een blik geworpen op de voorkant van mijn autootje. Ik ben zo blij dat het goed afgelopen is. Ook met mij. Mijn auto en ik zijn nog heel.

Komende week heb ik alleen maar dagdiensten van 09:00 tot 18:00 uur. Lekker met 30 graden, hmm… Als de baby’s dan nog niet geboren willen worden weet ik het niet meer. Ik wens iedereen die lekker languit op het strand kan gaan liggen veel plezier!

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *