Vol goede moed meld ik me om 8.40 bij de assistente op de poli hematologie. Mamslief is mee vanochtend, maar zij heeft me voor de deur afgezet en parkeert de auto ergens. Dan kan ik vast een vingerprik halen, want je zult maar meemaken dat je dokter ineens op tijd is.
De wachtkamer van hematologie is nog leeg, ik neem aan dat ik de eerste ben. Alleen links zie ik wat mensen zitten bij de poli oncologie en de mammapoli. Het is één grote wachtruimte, maar ik ga niet bij de mammapoli zitten als ik voor hematologie kom (tenzij er geen plek is). Dus zo is er toch nog een soort van onderscheid.
Ik ga eerst de vingerprik halen, want er zit nu nog niemand. Mijn bloed stroomt weer voor geen meter en ik zie dat de man moeite moet doen om wat uit mijn ringvinger geknepen te krijgen. Maar uiteindelijk, na een minuut of vijf druppelen, heeft hij genoeg verzameld en mag ik gaan.
Als ik het prikkamertje uitloop om plaats te nemen in de wachtruimte, zie ik verderop een jong stel zitten bij de poli oncologie. Eén van hen is kaal en ze kijken me allebei aan. De bekende blik die zegt: “oh, jij ook?” Eigenlijk dacht ik precies hetzelfde.
Even later word ik door mijn hematoloog gehaald. Vorige keer is er geprikt op mijn lever- en nierfuncties en deze zijn allebei licht afwijkend. Helaas niet verbeterd, maar gelukkig ook niet verslechterd. Op mijn vraag of ik af en toe één glaasje wijn mag drinken, geeft hij toestemming, dus dat geeft wel aan dat mijn leverfuncties niet dramatisch zijn.
Mijn geplande stedentripje (morgen) naar Berlijn kan gewoon doorgaan, dus dat is mooi. Ik hoef me geen zorgen te maken wat die EHEC bacterie betreft.
Mijn bloedwaarden naar aanleiding van de vingerprik waren als volgt: Hb 9.0, leuko’s 6.3 en trombo’s 320. Daar ben ik blij mee.
En dan sta je na een kwartiertje ineens weer in het punctiekamertje. “Ik wil graag links”, zeg ik tegen mijn hematoloog, waarmee ik mijn linkerheupkam bedoel. “Of nou ja, gráág….links, gewoon links.”
Ik wil daar namelijk net zo’n mooi rijtje als rechts, anders heb ik straks rechts een hele rits stipjes en links veel minder. En kom op, dat kan toch niet?! Een beetje symmetrie lijkt me wel wat. “Dan kun je dat mooi showen op het strand?” grapt hij. Welja, en dan lekker bruin bakken in de zon zeker?
Vorige keer is de punctie me enorm meegevallen en daarom zie ik er nu ook niet tegenop. Redelijk ontspannen neem ik plaats op het nieuwe bed, dat nu met afstandsbediening verstelbaar is. Mijn hematoloog is er duidelijk nog niet helemaal bekend mee, gezien zijn pogingen om het bed omhoog te krijgen: zowel mijn voeteinde als hoofdeinde gaan de lucht in.
“Doet dít pijn?”, “en dit?”, “en nu?”, “doet dít pijn?” Je zou het voor de grap moeten turven. Op deze manier komen dokters erachter of ze genoeg verdoofd hebben -of niet- en of ze verder kunnen gaan met het inschroeven van de punctienaald.
Nou, en pijn doet het. Behoorlijk! Zou het liggen aan het feit dat ik geen paracetamol heb geslikt van tevoren of komt het omdat ik maar een enkele verdoving heb gekregen? Ik hoor de arts zeggen dat het ‘hier’ niet goed verdoofd is (waar dat dan ook moge zijn) en dat hij wel even gaat bijverdoven, maar uiteindelijk doet hij het niet.
Diep inademen en langzaam uitblazen moet ik van hem, en dat helpt normaal gesproken goed. Maar als het zo’n pijn doet is het toch niet echt gemakkelijk.
De pijn viel erg tegen dit keer. Maar het is nu gelukkig wel achter de rug. Hopelijk heb ik er in Berlijn niet teveel last van.
Na afloop gaan mijn moeder en ik nog even langs op de (verpleeg)afdeling hematologie. De laatste keer dat ik er geweest ben is inmiddels al bijna een half jaar geleden. Het is er vrij rustig, maar er zijn twee verpleegkundigen waarmee we even bijpraten. Eén van hen herken ik alleen vaag van gezicht en hij mij in eerste instantie niet. Dat is logisch, want hij heeft nooit voor mij gezorgd en bovendien zie ik er nu anders uit dan toen. De andere verpleegkundige zegt tegen hem: “als ik Lisa zeg, wat zeg jij dan?” “Ah ja, tuurlijk!”
Leuk. Maar we blijven kort, want zij zijn aan het werk en ik heb pijn in mijn heup.
Nog even snel chemo en ATRA ophalen bij de apotheek beneden en dan naar huis.
Pfff. nou dat zit er weer op! Dat dat nou nog niet anders kan, zo’n punctie… Wel superbloedwaarden!!!! Fijn!
Hoe lang moet je nou eigenlijk nog?
Op Lisa’s blog staat ook weer een verhaaltje als je zin hebt om wat te lezen :)
Veel plezier in Berlijn!