Woensdag 18 april 2012 – Neonatologie OLVG

Deze week zit ik op de afdeling Neonatologie (couveuseafdeling) van het OLVG in Amsterdam, locatie Oosterpark.
Toen ik maandagochtend in alle vroegte door Amsterdam slenterde op zoek naar het ziekenhuis, dacht ik toch even verdwaald te zijn. Het OLVG ligt midden in de stad, dus je ziet het niet al van mijlenver liggen helaas. Ik had gehoopt er vanuit de metro zo binnen te rollen, maar dat idee bleek nogal irrealistisch.
Uiteindelijk liep ik door een verlaten straat (waar je écht nog niet dood gevonden wil worden, maar dat terzijde) en zag ineens aan mijn linkerhand een hek met een fietsenstalling dat ik herkende van de tv-serie ‘Jonge dokters’. Kijk, zo heb je nog eens wat aan die reality tv. Ik had het OLVG gevonden, alleen de verkeerde ingang. Vervolgens wist ik het nog te presteren om voorbij de hoofdingang te lopen, maar persoonlijk vond ik dat niet mijn schuld. Ik bedoel, behalve megagrote letters ‘OLVG Onze lieve Vrouwe Gasthuis’ op het gebouw vond ik het er niet echt uitzien als een hoofdingang. Echt hoor, ga er maar eens kijken.

Inmiddels heb ik er drie dagen op zitten en hoef ik er nog maar twee. De afdeling Neonatologie is, vind ik, erg rustig. Er gebeurt ook niet zo heel veel op een dag. Het is wel heel interessant om zieke en (veel) te vroeg geboren kinderen te observeren, en dat is ook precies het doel van deze stage.
Maandag werd ik als eerste geconfronteerd met een kindje dat met 29 weken zwangerschap is geboren en daarom ademhalingsondersteuning kreeg door middel van een kapje over zijn neusje. Het was heel naar met al die slangen en monitorgeluiden (piepjes), en om te zien hoe benauwd dit kindje het had toen het kapje er even af ging. Tweeënhalf jaar geleden, zo’n vier maanden voordat ik de diagnose kreeg, liep ik ook stage op een Neonatologieafdeling, en toen had ik er totaal geen problemen mee. Uiteraard vond ik het destijds ook aangrijpend om te zien, al die patiëntjes. Maar nu is het allemaal zo herkenbaar: de zorg door de verpleegkundigen, de geluiden van de apparatuur, het verwisselen van allerlei slangetjes en weet ik wat allemaal. Alles doet me steeds herinneren aan mijn IC-periode.

Gisteren ben ik samen met de kinderarts naar twee sectio’s (keizersneden) geweest. De kinderarts is daar altijd bij aanwezig, aangezien er een reële kans bestaat dat het kind moeite heeft met ademhalen na de geboorte. Bij een sectio wordt het kind- even simpel gezegd- uit de buik geplukt, met als gevolg dat er vocht in de longen blijft zitten. Bij een normale geboorte wordt het grootste gedeelte van dit vocht al via de luchtwegen naar buiten geperst. Niet onlogisch dat een kind na een keizersnede dan eventueel geholpen moet worden. En nog afgezien van het feit dat er een bepaalde reden is voor het doen van de sectio (conditie kind?).

Afijn, er waren gisteren twee sectio’s en ik mocht beide keren met de kinderarts mee naar de OK voor de opvang van het kind. Bij de eerste ging ook een coassistent mee. Voor mij was het niet voor het eerst, ik heb vaker op de OK gestaan bij een sectio, maar dat maakte het nu niet minder leuk!
Nu stonden we niet óp de OK, maar in het aangrenzende kamertje waar de opvang van het kind plaatsvindt. Er zitten wel raampjes in de deuren, waardoor je de operatie kunt volgen.
De coassistent bleef een meter of vijf op afstand, wachtend met zijn armen over elkaar. Ik vroeg of hij wel eens een sectio had gezien. “Nee, dat eh… komt nog wel.”
“Weet je al wat voor specialisatie je zou willen gaan doen?” vroeg ik aan hem.
“Waarschijnlijk huisartsengeneeskunde. Eerst wilde ik internist worden, maar ik vind dat hele ziekenhuisgebeuren niet zo enorm leuk, dus vandaar…”
Aha. En vandaar dat hij dus ook niet stond te trappelen om door de raampjes te koekeloeren.

Ik blijf het een indrukwekkende operatie vinden. Regelmatig hoor ik zwangeren zeggen: “Doe mij maar een keizersnede, lekker makkelijk!” Maar dan moet je voor de grap eens kijken hoe zo’n ingreep wordt gedaan. Het is nogal wat namelijk. Ik zal jullie de details besparen, maar het is geen kwestie van een sneetje maken, kind eruit en sneetje weer dichtmaken.
In ieder geval is bij beide sectio’s een gezond kind in goede conditie geboren. Bij de tweede sectio mocht ik het kind ook nakijken. Het onderzoek door de kinderarts verschilt in dit geval namelijk niet van het onderzoek dat door de verloskundige gedaan wordt. Dus ik heb me toch nog een beetje nuttig kunnen maken.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *