Woensdag 6 februari 2013 – Dierenarts

Charlie had vandaag een date met de dierenarts. Tijd voor inentingen, een pilletje en een reguliere controle. Ik heb Charlie ruim op tijd binnen gehaald, want ik herinner me vorige keer nog… Dat gaat me niet nog eens gebeuren. De reismand staat al in de huiskamer en omdat ze er nooit problemen mee heeft gehad, verwacht ik haar nu ook zonder moeite in dat ding te krijgen. Nou, mooi niet dus. Ze heeft er allesbehalve zin in. Ik snap spontaan niet meer waar de uitdrukking kat-in-het-bakkie vandaan komt… Met veel moeite weet ik Charlie op een gegeven moment te vangen, terwijl mijn moeder klaarstaat om de deksel van de reismand over haar heen te zetten. Arme Charlie voelt zich duidelijk in het nauw gedreven, waardoor ze een beetje paniekerig is. Maar eenmaal in de reismand wordt ze rustig en gaat ze lekker liggen.

Nog grijze pootjes van de openhaard waar ze niet mag komen...

In de wachtkamer van de dierenartspraktijk zie ik een stickertje op de muur hangen met de tekst: om ongelukken te voorkomen: poezen niet los, maar in een kooitje. Nou inderdaad, het lijkt me niet handig om Charlie nu los te laten lopen. Ik denk dat ze ‘m dan wel echt peert via het raam. Of er komt een Deense dog binnen, met alle gevolgen van dien. Nee, ik laat haar wel lekker in haar ‘kooitje’ zitten.
Waar ik trouwens nog aan zat te denken hè… wij hebben bij het eerste bezoek aan de dierenarts een map gekregen met daarin de entkaarten van Charlie, folders en informatie… en op die map staat: dierenarts en dieren-chiropractor. Toen dacht ik: als er nou niet zou staan ‘dieren-chiropractor’, maar alleen ‘chiropractor’, zouden er dan mensen zijn die denken dat ze een ‘mensen-chiropractor’ is..? Want waarom staat er anders ‘dieren’ voor? Mijn fantasie slaat een beetje op hol door zoiets. Zouden er dan mensen zijn die tijdens een consult voor hun huisdier aan de dierenarts vragen: “kunt u misschien mijn rug ook nog even kraken?”
Ik weet het niet hoor, het is alleen dat ik er even aan dacht…

Ik ben wel erg tevreden over deze dierenarts. Behandelingen die zij niet nodig acht doet ze gewoon niet, in tegenstelling tot vele andere dierenartsen die bij elk pilletje en elk spuitje eurotekentjes in de ogen hebben. Onze dierenarts heeft al vaker bij dingen gezegd: “Onzin, dat is niet nodig. Gaan we niet doen.” Ze hanteert ook geen belachelijke tarieven en richt zich echt op de gezondheid van de dieren. Zo ziet ze er ook uit. Ze is namelijk wel een beetje typisch… qua uiterlijk en qua karakter. Maar ze is heel kordaat, doortastend en doet wat er gedaan moet worden. Wel fijn en daardoor vertrouw ik haar ook.

De deur gaat open en we worden door de dierenarts uitgenodigd om verder te komen. Nog voordat ik de reismand kan oppakken, neemt zij hem al mee. Ze zet de mand op de onderzoekstafel en ik zie Charlie verschrikt om zich heen kijken. De dierenarts opent het luikje, pakt Charlie stevig bij haar nekvel en sleurt haar langzaam uit de reismand. Als een mak lammetje geeft Charlie zich over aan de dierenarts. Eerst moet ze op de weegschaal; een redelijk groot ding op de vloer waar ze op gezet wordt. Eerlijk gezegd verbaast het mij dat zo’n beest er gewoon op blijft staan en er niet vandoor gaat. Maar vreemde ogen dwingen natuurlijk.
“Vier kilo,” zegt ze, “een mooie slanke poes.”
Ik voel me een beetje trots. Charlie is niet te dik, niet te dun, maar precies goed.

Eenmaal weer op de onderzoekstafel wordt er even naar de longen geluisterd en wordt haar gebit onder handen genomen. Hoe de dierenarts het voor elkaar krijgt weet ik niet, maar Charlie laat het gewillig toe. Ondanks dat er met een instrumentje tandsteen wordt verwijderd (dus… als je het mij vraagt is ze ook nog dieren-tandarts) geeft ze geen krimp.
“Het is een schátje,” zegt de dierenarts.
“Ja hè?” zeg ik. “Maar ze heeft wel drie uitroeptekens in haar dossier…”
“Ja ik zag het.”
Jammer genoeg zegt ze niet dat ze deze zal weghalen. Charlie blijft geregistreerd staan als een klein monstertje met drie uitroeptekens.
“Ik heb ook zo’n lapjespoes thuis,” vertelt ze, “maar die zou me allang een haal gegeven hebben. Deze blijft hartstikke rustig zitten.”
Ze geeft Charlie nog een tabletje, die ze vliegensvlug met een pincet diep in haar keel stopt. Zo, die zit.

Het is indrukwekkend om te zien hoe Charlie reageert op de dierenarts. Ze ondergaat alles zonder morren. Maar de dierenarts weet dan ook precies hoe ze het moet aanpakken, waardoor meteen duidelijk is wie de baas is. Ik heb wel bewondering voor de manier waarop ze dat doet. Charlie luistert doorgaans heel goed hoor en ze weet ook precies wat wel en niet mag, maar ze heeft behoorlijk een eigen willetje en is het niet altijd met de regels eens. Dus als je even niet kijkt, doet ze het toch.
Een paar jaar geleden zag ik in een asiel een bord aan de muur hangen met de tekst: dogs have bosses, cats have staff (honden hebben bazen, katten hebben personeel). En zo is het echt.

Charlie is gezond en helemaal goedgekeurd. Ze is weer voorzien van alle benodigdheden en beschermd tegen van alles en nog wat. Toch fijn om te weten dat het goed gaat met je huisdier.
Ze heeft zich keurig gedragen en laten zien dat ze die drie uitroeptekens helemaal niet verdient, vind ik. Ik bedoel, je hebt tegenwoordig ménsen die artsen een gebroken kaak bezorgen! Dat soort tuig moeten ze drie uitroeptekens geven.

Dit bericht is geplaatst in Zonder categorie. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *