Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen. Ik weet eigenlijk niet eens wat ik moet zeggen. We zijn allemaal totaal uit het veld geslagen, verbijsterd. En heel erg verdrietig.
Er is zo ontzettend veel gebeurd in korte tijd, dat ik maar gewoon begin bij het moment waarop ons leven al redelijk op z’n kop kwam te staan.
Twee maanden geleden werd ik via de huisarts naar het ziekenhuis verwezen voor een echo, omdat ik last van rug- en buikpijn had. De huisarts dacht aan nierstenen. In het ziekenhuis bleek op de echo dat ik een grote cyste van ongeveer 7 cm op mijn linkereierstok had, mijn nieren waren verder normaal. Ik werd doorverwezen naar de gynaecoloog voor verder onderzoek, en gelukkig kon ik daar de volgende dag al terecht.
De gynaecologen stonden echter voor een raadsel. Mijn beide eierstokken waren vergroot en het zag er ‘niet helemaal normaal’ uit. Wat het was, wisten ze niet. Ze besloten de volgende dag (op 18 april) een kijkoperatie te doen om te kijken wat er aan de hand was. Vlak voor de operatie kwamen twee gynaecologen nog met mij praten om een en ander te bespreken. Ze vreesden dat ze één eierstok zouden moeten verwijderen, en vroegen aan mij toestemming om eventueel de cyste aan de andere eierstok te opereren als zij dachten dat dat kon. Ik vroeg toen: “wat zou een reden zijn voor mij om dat niet te willen?” Waarop de gynaecoloog antwoordde: “Omdat ik dan een risico neem met de enige eierstok die je nog hebt.”
Ik heb tranen met tuiten gehuild. Wat was ik bang. Waar kwam deze ellende ineens vandaan? Bjorn en ik wilden graag een kindje, al 9 maanden. We leefden daar al een tijd naartoe en nu dit… Ik heb nooit iets liever gewild dan moeder worden. Ervaren hoe het is om zwanger te zijn, ik vraag het me al mijn hele leven af. Als verloskundige heb ik daar nou eenmaal heel veel mee. Het lijkt me zo bijzonder. En nu werd dat in één klap allemaal onzeker. Na alles wat ik 8 jaar geleden al meegemaakt heb, na al die ellende… en nu wordt ook mijn kans om kinderen te krijgen afgepakt? Zo oneerlijk, zo heftig en verdrietig.
Na de operatie vertelde de gynaecoloog dat hij niks gedaan had, behalve wat vrij vocht weggezogen uit mijn buikholte. De pijn in mijn rug-en buik was weg, dus dat kwam waarschijnlijk door het vocht. Hij zei dat hij eerst nog een MRI scan wilde laten uitvoeren om zeker te weten dat het geen kwaadaardig weefsel was, en dan zou hij daarna middels een grotere buikoperatie de cystes heel voorzichtig gaan verwijderen.
Op 16 mei kreeg ik de MRI scan.
Een week later, op 22 mei, werd ik in het ziekenhuis opgenomen met alvleesklierontsteking. Iets wat vrij ongebruikelijk is op mijn leeftijd. Nu bleek ik een galsteen te hebben in mijn galblaas, en mogelijk was dit de oorzaak. De behandeling voor alvleesklierontsteking is veel vocht toedienen via het infuus, en dit werd dus gedaan. Ik werd opgenomen op de afdeling Maag-Darm-Lever van het Spaarne Gasthuis in Hoofddorp.
Die week had ik echter ook een afspraak met de gynaecoloog staan om de uitslag van de MRI scan te bespreken. Aangezien ik opgenomen lag, kwam hij naar mij toe op de afdeling MDL. Hij vertelde dat ze met een heel team een bespreking hadden gehad, inclusief radiologen en oncoloog. De radioloog vermoedde dat het geen cystes waren op mijn eierstokken, maar zogenaamde Brenner tumoren. In 95% van de gevallen goedaardig, in 5% van de gevallen kwaadaardig. Mijn tumormarkers waren geprikt en die waren laag, dus de oncoloog verwachtte niet dat het kwaadaardig was. Het grootste probleem zou het verwijderen worden, want dit zou een groot risico betekenen voor mijn vruchtbaarheid.
De gynaecologen van het Spaarne Gasthuis durfden de operatie niet aan, en verwezen me door naar het LUMC.
Bjorn en ik waren heel erg aangedaan door deze mededeling. De kans om nog kinderen te krijgen leek steeds kleiner te worden. Wat hadden we hier ontzettend veel verdriet van… Toch hielden we ons vast aan de hoop dat ze mij in het LUMC goed zouden kunnen opereren en dat er dan middels vruchtbaarheidsbehandelingen nog mogelijkheden zouden zijn.
Na een week aan het infuus te hebben gelegen op de afdeling MDL, mocht ik naar huis. Vrij kort daarna volgde al een gesprek in het LUMC bij de gynaecoloog-oncoloog. Een super fijne arts. Hij gaf ons zoveel informatie en duidelijkheid. Het was duidelijk dat die tumoren aan mijn eierstokken een serieus probleem waren, en dat hij zoveel mogelijk van mijn eierstokken zou proberen te sparen tijdens de operatie, maar dat achteraf pas zou blijken hoeveel gezond eierstokweefsel er nog over zou zijn. Überhaupt zouden we pas achteraf echt duidelijkheid krijgen over alles. Ook over of het goed- of kwaadaardig weefsel is. We hielden ons nog steeds vast aan het feit dat we nog een kansje hadden, en na de operatie een IVF-traject in konden gaan (volgens de gynaecoloog).
We kregen van het LUMC alle informatie voor de komende buikoperatie, en die zou over ongeveer 2-3 weken gaan plaatsvinden. Heel erg spannend voor ons.
Echter 10 dagen nadat ik uit het ziekenhuis was ontslagen kwam de alvleesklierontsteking weer terug. Wat een ongelooflijke tegenvaller! Hier was ik zo bang voor geweest. Dit keer besloten ze mijn galblaas te verwijderen, en dit gebeurde drie dagen later. Op dinsdag 12 juni mocht ik met ontslag.
Die middag belde mijn huisarts op. Ik dacht dat hij dat deed omdat hij inmiddels op de hoogte was van alles wat speelde en wilde vragen hoe het ging. Dat was deels zo, maar hij belde ook met een andere reden. “Niet schrikken hoor,” begon hij, “maar ze hebben in het Spaarne Gasthuis gisterochtend bloed afgenomen bij je, en daar hebben ze een bepaalde hoeveelheid jonge bloedcellen in je bloed gevonden. Ze hebben de hematoloog erbij gevraagd en die heeft mij ingeschakeld, want hij vertrouwt het niet.” Natuurlijk schrok ik hier wel van. Maar hij vertelde ook dat hij inmiddels overleg had gehad met mijn hematoloog in het LUMC, en die maakte zich nog niet veel zorgen. Volgens hem konden die cellen ook in mijn bloed te vinden zijn als gevolg van de alvleesklierontstekingen. Dat vond ik eerlijk gezegd ook wel een logische verklaring. Er gebeurde zoveel in mijn lichaam, niet gek dat je bloed dan ook wat laat zien, toch? Ik maakte me in ieder geval geen zorgen. Ik had genoeg aan mijn hoofd, ik kon me niet ook nog eens hier zorgen over gaan maken. Dat trok ik gewoon even niet… ik zat er al zo doorheen, voelde me een wrak zo net na de galblaasoperatie. Mijn hematoloog had voorgesteld na 10 dagen opnieuw bloed te prikken, en mijn huisarts gaf aan dat er een labformulier voor me klaar lag. Dan zouden we verder kijken.
Echter op woensdagavond begon de pijn aan mijn alvleesklier weer terug te komen en ik vertrouwde het niet. Zodoende heb ik op donderdagochtend 14 juni de afdeling MDL gebeld en gesproken met de dienstdoende arts, deze gaf aan dat ik naar de spoedeisende hulp moest komen. Ik zat er helemaal doorheen. Net geopereerd, zoveel pech achter elkaar, en ik vreesde nu voor een derde alvleesklierontsteking. Wanneer hield het allemaal eens op?!
Op de spoedeisende hulp werd bevestigd dat ik wederom een alvleesklierontsteking had. Hoe dit kon, wisten de artsen niet precies. Maar ik werd weer opgenomen op de afdeling MDL en aan het vocht gelegd.
Op zondag 17 juni lag ik nog steeds op de afdeling MDL, en kwam rond het middaguur de hematoloog van het Spaarne Gasthuis bij me binnen lopen. Bjorn was op dat moment bij mij op bezoek. De hematoloog kende ik nog van 8 jaar geleden, want hij heeft mij destijds verteld dat ik leukemie had, en me naar het LUMC verwezen.
Ik vond het leuk dat hij even langs kwam. Hij was tijdens een eerdere opname ook al een keer gewoon langs gekomen om even te kletsen, dus ik dacht dat hij dat nu weer kwam doen. Maar niets was minder waar. Hij nam direct plaats op de stoel naast mijn bed.
“Lisa, ik heb slecht nieuws,” begon hij.
Ik schudde mijn hoofd. ” Nee,” zei ik. Maar hij knikte.
“Ik ben bang dat er weer sprake is van leukemie.”
Ik sloeg mijn handen voor mijn gezicht. Nee nee neee!!!!!!!!!!!!!! Dit kan niet waar zijn, dit mag niet. Wat was ik in paniek.
Hij vertelde dat hij me de hele tijd al in de gaten hield, omdat hij wist dat ik opgenomen lag en dat er sprake was van die jonge cellen in mijn bloed. Hij hield het steeds in de gaten, omdat hij er geen goed gevoel over had. Hoewel het zondag was, had hij toch opdracht gegeven om specifieker onderzoek in te zetten op mijn bloed, en daaruit bleek dat mijn bloed voor 40% uit leukemiecellen bestaat.
Deze arts heeft voor de tweede keer mijn leven gered. Ik bedankte hem voor zijn goede handelen. “Ja, nou, ik moest wel even slikken hoor, voordat ik je kamer binnen ging om je dit te vertellen.”
Er volgde een gesprek over hoe hij erachter was gekomen, kansen over dat het misschien toch geen leukemie zou zijn, en over hoe nu verder. Hij had al contact gehad met het LUMC en ze waren aan het proberen om een bed voor mij te regelen daar. Ik zou opgehaald worden met de ambulance en direct overgaan naar het LUMC.
En daar lig ik nu, al 3 dagen. Gisteren hebben we bevestigd gekregen dat ik opnieuw leukemie heb. Geen APL, zoals de vorige keer, maar een andere vorm van AML. Een therapiegerelateerde leukemie, wat wil zeggen dat het een gevolg is van de chemotherapie die ik 8 jaar geleden heb gehad. Ik moet nu weer chemotherapie gaan krijgen, en ook een stamceltransplantatie. De prognose is een stuk minder gunstig, de overlevingskans ligt ongeveer op 50%. De chemobehandelingen zullen tot ons grote verdriet leiden tot onvruchtbaarheid, wat betekent dat onze kans op een kindje samen, volledig van de baan is. Ik durf er niet teveel over na te denken, het is onverteerbaar. Dat ik nooit zal meemaken hoe het voelt als er een kindje in je groeit, nooit mezelf terug zal zien in ons kind… daar word ik zo intens verdrietig van dat ik er nog niet aan wil geloven. Eerst hier doorheen zien te komen. Over onze toekomst daarna durf ik nog niet na te denken.
Ik lig momenteel nog op de afdeling Acute Opname, omdat ze op Hematologie nog geen plek hebben. Ze zijn wel druk bezig met het creëren van een plekje, omdat ze graag zo snel mogelijk willen starten met chemotherapie. Maar het is nog onduidelijk wanneer ik overgeplaatst kan worden. Mogelijk ga ik zelfs eerst naar de afdeling Oncologie, zodat de chemo wel alvast gestart kan worden, en dat ik daarna overga naar Hematologie. Maar dat is allemaal nog even afwachten.
Tot die tijd verblijf ik hier en krijg ik allerlei medicatie ter voorbereiding op de chemotherapie. Bjorn is vannacht bij mij op de kamer blijven slapen, wat heel erg fijn was. Als ik alleen ben, raak ik in paniek, word ik gek. Ik weet niet zo goed hoe ik overeind moet blijven, maar ik probeer vooral in het nu te leven. Ik ben heel bang voor wat komen gaat, bang dat ik weer op de Intensive Care beland met complicaties. Ik weet het allemaal niet. We hebben geen idee hoe dit gaat lopen en gaat eindigen. Het is gewoon een nachtmerrie, ik weet niet hoe ik het anders moet verwoorden. Als ik ’s nachts wakker word is de realiteit zo’n verschrikkelijke klap. Elke keer weer. Ik probeer mezelf maar bezig te houden en niet teveel na te denken. Gelukkig zijn Bjorn en mijn moeder veel bij mij overdag, want alleen zijn trek ik niet. Zij trekken het ook niet. Het is gewoon voor niemand te bevatten allemaal, het is teveel.
We zullen proberen jullie allemaal op de hoogte te houden via deze site. Bjorn en ik willen iedereen heel erg bedanken voor alle blijken van medeleven die we al hebben ontvangen. Alle lieve appjes en berichtjes. Dank jullie wel.